Men hoort vaak over thermaal water, maar wat is het verschil met hyperthermaal water?
Thermaal water is water van ondergrondse oorsprong, warm en natuurlijk rijk aan minerale zouten en oligo-elementen. Ze wordt met een therapeutisch doel gebruikt bij kuren en is bekend om haar weldadige eigenschappen.
Thermaal water bevat een zeer variabele hoeveelheid mineralen, afhankelijk van haar herkomst.
Om de hoeveelheid mineralen te kennen dient men het droog residu te onderzoeken. Dit wil zeggen het gehalte aan mineralen na verdamping van 1 liter water op 180°C.
Als deze > 1500mg/L, dan wordt gezegd dat ze rijk is aan mineralen. Wanneer het gehalte ligt tussen 500 en 1500 mg/L dat bevat het water een gemiddelde hoeveelheid mineralen en wanneer het gehalte < 500mg/L dan bevat het weinig mineralen.
Het hyperthermaal water dat wordt gebruikt bij de vervaardiging van de verwarmende crème Flexicream bevat 5,050gr droog residu. Het is daarmee een van de thermale wateren met de meeste oligo-elementen ter wereld.
Een hyperthermaal water is dus 50 keer hoger gedoseerd dan een thermaal water.
Dit water ontspringt in de Alpen op 1000-1500 meter hoogte en dringt door tot een diepte van 2500-3000m. Tijdens haar parcours verrijkt het zich met minerale zouten. Ze komt terug naar boven (in de heuvels van Euganee, in Italië) bij een temperatuur van 80-87°C.
Dankzij dit hoge gehalte aan oligo-elementen helpt ze bij het herstel van kraakbeen en vermindert ze ontstekingsverschijnselen.